We beginnen deze tocht bij het Missionaris kerkhof van Vrijland. Daar vinden we de eerste paal tussen de spoorlijn en de Johanna hoeve. De paal hier is er een die niet de originele lengte van 3 meter toont.
In 1750 verleende Willem IV de burgers in de schependommen en schoutambten het recht om in eigen gebied te jagen. In dat kader moesten alle grenzen worden nagemeten en worden afgepaald. Arnhem moet met vier buren tot zaken komen: de Schoutambten Renkum, Ede en Rheden an de Hoge Heerlijkheid Rozendaal. Bij het vastleggen van de grens wordt het uitganspunt gehanteerd dat men telkens moet kunnen zien waar de volgende paal zich bevindt. Bij voorkeur worden dus verhogingen gekozen als standplaats.
Nu de heide veelal tot bos is geworden, zoals op veel van mijn foto's te zien is, is dat uitgangsunt alleen nog terug te vinden in het feit dat inderdaad veel palen relatief hoog staan.
Vrijland 3, een paal waar alleen de voet nog in de pol zit. Dat zullen we meer zien op deze tocht. Deze pol is enkele honderden meters voorbij de kerk, oostelijk.
De palen zijn ooit gemaakt door een Dordse steenhouwer en geleverd door de Arnhemse steenkoper Plamont. Het landmeetwerk is van Willem Leenen, eveneens eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het plaatsen van de palen.
Grenssteentje Drijense weg
Paal aan de Van Limburg Stirum weg.De voet van de palen is ruw afgewerkt. Ooit was dat de oorzaak dat een paal op z'n kop terug gezet is geweest. Men vond die kant blijkbaar meer charme hebben. Een duidelijk geval van veranderende smaak.
Het grenssteentje van de Schelmseweg is uit de grond gehaald. De steen is langer dan je zou vermoeden.
Mariëndaal Noord 1.(Uit Voetpaden in en om Arnhem van V.Mars et al.)Mariëndaal zoals we het kennen is uit de 18e-begin 19e eeuw. Het Arnhemse geslacht van Eck liet er zich een ruim classicistisch huis bouwen en de natuur vormgeven volgens de romantische smaak van die tijd, compleet met "zwitserse" bruggetjes en beuken berceau - de bij de Oosterbeekse en Arnhemse paartjes zo geliefde Groene Bedstee.
Mariëndaal Noord 2
En nu bij elkaar op één foto.
Het is ook mogelijk dat het wapen afgeleid is van het wapen van de familie Van Arnhem. Deze familie voerde in zilver een eenkoppige adelaar van keel. Leden van het geslacht Van Arnhem komen al voor als ministeriaal (hoge ambtenaar) aan het hof van Hendrik en Otto I van Gelre in 1177. Latere van Arnhems hadden eveneens hoge posities aan het hof en, in de 13e eeuw, ook in de stad. Leden van het geslacht Van Arnhem zegelen ook in 1233 de oorkonde waarbij Arnhem stadsrechten verkrijgt.